1. DE KWALITEIT VAN HET LICHT

Voor het lichtontwerp is tegenwoordig een grote verscheidenheid aan lichtmiddelen en dus instrumenten beschikbaar, waarmee een aan de menselijke behoeften aangepaste verlichting kan worden gecreëerd. Al in de jaren vijftig werden de eerste pogingen gedaan om tot een lichtontwerp van hoge kwaliteit te komen. De pionier op het gebied van deze nieuwe verlichtingsfilosofie was Richard Kelly. Zijn systematisering van de lichtwerking vindt nog steeds erkenning. Richard Kelly brak met de richtlijn van uniforme verlichtingsterkte, die tot dan toe werd gezien als het centrale criterium voor het lichtontwerp. De vraag naar lichtkwantiteit verving hij door de vraag naar lichtkwaliteit. Hij zocht naar criteria om verlichting te differentiëren op basis van de waarnemingsprioriteiten van de kijker. Op basis van deze overweging kwam Kelly met een systeem waarbij drie basisfuncties van verlichting worden onderscheiden.

LICHT OM TE KIJKEN

Licht om te kijken komt ongeveer overeen met de gebruikelijke kwantitatieve voorstelling van licht. Er wordt een basisverlichting gecreëerd die toereikend is voor de waarneming van de gegeven visuele taken. Dit kan de waarneming van objecten of gebouwstructuren zijn, de oriëntatie in een omgeving of de oriëntatie bij een beweging. Anders echter dan bij het kwantitatieve lichtontwerp, is licht om te kijken niet het doel, maar de basis voor een verdergaand lichtontwerp.

LICHT OM NAAR IETS TE KIJKEN

Licht om naar iets te kijken gaat volgens de theorie van Kelly theorie verder dan basisverlichting en houdt rekening met de behoeften van mensen in de betreffende omgeving. Dit type verlichting stelt prioriteiten voor de menselijke waarneming: als eerste worden de objecten herkend die het beste zijn uitgelicht, pas daarna heeft de waarnemer oog voor de donkere objecten in de ruimte. Anders dan bij een gelijkmatige verlichting, structureert licht om naar iets te kijken de visuele omgeving in lichte en donkere gebieden. Deze kan vervolgens snel en duidelijk worden onderscheiden en begrepen. De blik van de kijker kan naar individuele objecten of naar bepaalde gebieden in de ruimte worden getrokken. Dit beginsel helpt niet alleen bij de oriëntatie in de ruimte, maar kan ook worden gebruikt voor de presentatie van producten of esthetische objecten.

LICHT OM TE BEKIJKEN

Licht om te bekijken verlicht niet niet alleen objecten of brengt informatie over - het licht zelf is het onderwerp van de waarneming. In deze variant draagt het licht zelf bij aan het esthetisch effect van de ruimte en zorgt voor stemming en sfeer. Licht om te bekijken kan door een kaarslamp of een verlicht voorwerp ontstaan. Het kan ook de schittering van het licht zelf zijn, die bij het verlichten van bepaalde materialen ontstaat.


Om deze 3 basisfuncties van verlichting in een lichtontwerp om te zetten, biedt de industrie een breed scala van lichtmiddelen, die in allerlei verschillende armatuurontwerpen kunnen worden gebruikt. Het ontwerp van de verlichting heeft daarbij niet alleen een esthetische functie, maar wordt beïnvloed door de eigenschappen van de optieken, waarmee een nauwkeurige lichtgeleiding en afscherming kan worden bereikt. Met deze uitrusting kunnen lichtontwerpers op kwalitatief hoog niveau met licht werken.

De algemene verlichting, die zorgdraagt voor het 'licht om te kijken', kan worden gerealiseerd met directe, breedstralende armaturen voor fluorescentielampen of voor compacte fluorescentielampen. Deze lichtmiddelen produceren een diffuus licht.

Een gelijkmatige belichting kan ook worden bereikt met een indirecte verlichting. Omdat echter met een puur directe of puur indirecte verlichting geen optimale visuele omstandigheden kunnen worden gecreëerd, zijn direct-indirect stralende armaturen voor algemene verlichting bij uitstek geschikt.

Om de ruimtelijke indruk te verbeteren wordt verlichting van verticale vlakken aanbevolen. Dit kan worden bereikt met rechthoekige of ronde armaturen, met asymmetrische reflectoren voor compacte of langwerpige fluorescentielampen.

Om de basisverlichting van verticale oppervlakken te verbeteren, kan ook gerichte verlichting worden gebruikt, die de ruimte structuur geeft en zo voor het 'licht om naar iets te kijken' zorgt.

Als aan de voorwaarden voor het 'licht om te kijken' is voldaan, kan de ruimtewerking nog verder worden verhoogd door 'licht om naar iets te kijken'. Hierdoor is een aanzienlijk verfijndere verlichtingskwaliteit mogelijk, met vooral een verbeterde weergave van de plasticiteit en oppervlaktestructuren van verlichte objecten. Gericht licht maakt een gedifferentieerde concentratie van het licht mogelijk en geeft een grotere vrijheid bij de opstelling van armaturen in de ruimte. Er ontstaat een spel van licht en schaduw, dat de volgorde van de waarneming bepaalt.

De diepte van de ruimte wordt ervaren. Voor deze taken worden vaak opbouwspots met reflectorlampen gebruikt. Voor gericht licht kunnen ook in het plafond ingebouwde zwenk- en draaibare armaturen, veelal voorzien van hogedrukgasontladingslampen en reflectoren met een brede stralingshoek worden toegepast.

Om 'licht om naar iets te kijken' goed tot uiting te laten komen, is het zinvol om de basisverlichting laag te houden. Door additioneel gericht licht kunnen vervolgens modelleer-effecten worden bereikt. Bij een te hoog basisverlichtingsniveau wordt de ontwerper gedwongen om richtbare lichtbronnen met hogere vermogens te gebruiken. Vaak is het verstrooide licht van de geaccentueerde gebieden voldoende om ook het omgevingslicht te verstrekken.

'Licht om te bekijken' stelt hogere eisen aan lichtbronnen en armaturen dan 'Licht om te kijken' en 'Licht om naar iets te kijken'. Het komt er meestal op neer dat met vrijwel puntvormige lichtbronnen moet worden gewerkt. Zodra het licht hiervan op materialen met een glanzend oppervlak valt, ontstaan reflecties die als briljant worden waargenomen. Als de lichtbronnen zelf het object moeten vormen, wordt vaak gebruik gemaakt van glasvezel, LED's en halogeenlampen. Ook de helderheid van de lamp wordt als glanzend licht ervaren. Hierbij staan lichtgeleiding en belichting niet voorop.

Bron:
History of Light and Lighting – Correspondence Course
Lighting Application/ Vol. 2

Regiolux innovaties - mis niets!